Don't feed the beggars
Door: Monica de Graaf
Blijf op de hoogte en volg Monica
02 December 2014 | Filipijnen, Tacloban City
Toen ik wat beter keek en “don’t feed the beggars” las, had ik opeens geen trek meer. De vriendin legde me uit: op steenworp afstand was een centrum gevestigd, waar zwervers een gratis maaltijd kregen en men verwoede pogingen deed de zwervers een beter perspectief te bieden. Het trok zwervers vanuit de hele stad aan. Helaas kwamen die er snel achter dat deze karakteristieke haven met zijn vele toeristen een Walhalla voor ze was. Zowel het centrum als de restauranteigenaars hadden een probleem. Geen zwerver werd gemotiveerd om het straatleven op te geven en de restaurants hadden behalve de schreeuwende meeuwen nu ook met scharrelende zwervers te dealen. Geen reclame voor de zaak.
Ik miste ze, die zwervers in de straat toen ik een maand na de Typhoon regelmatig in Tacloban was. De reden was pijnlijk eenvoudig. Ze waren letterlijk weggespoeld. Als je in de vroege ochtend van 8 november 2013 in Downtown Tacloban op straat was, had je geen schijn van kans. Nu ik sinds een paar weken weer terug in Tacloban ben, is het een van de eerste dingen die me opvalt: straatkinderen. Ze hangen rond bij de plekken waar expats graag komen en bedelen om geld en voedsel.
Afgelopen zondag had ik de kans om vier van zulke straatkinderen wat beter te leren kennen. Samen met twee collega’s bezocht ik een dienst en we waren te laat. Bewust, want het regende pijpestelen en dan begint alles later hier in de Filipijnen. Wie wel op tijd in de kerk zaten, waren vier tienerjongens. Ze hadden zich een beetje verspreid, maar vielen meteen op door hun kapotte kleding, smoezelig uiterlijk en blote voeten. Een van hen had een hele rij stoelen in beslag genomen en lag al snel languit te slapen. Een ander hield het nog even vol, maar viel toen boven zijn bijbel in slaap.
Na de dienst had ik een gesprekje met een van de jonge gemeenteleden die met deze straatkinderen contact had gelegd. De jongens waren weggelopen uit hun opvanghuis omdat de discipline die men hen daar probeerde bij te brengen, hun niet aan stond. Het vrije leven op straat was voor hun veel aantrekkelijker. Onder de bescherming van de oudste van 16, gingen de drie anderen ; 11, 12 en 14 jaar hun uitzichtloze toekomst tegemoet. Dat besef hadden ze niet. Hun kostje scharrelden ze dagelijks bij elkaar. Ze hoefden er weinig voor te doen en hadden nog keuze ook. Sinds een paar weken kwamen ze elke zondag naar de kerk. Ze ervaarden vriendschap , kregen een lunch en waren een dag onder de pannen. De jongere die het contact geleg had probeerde door hun vertrouwen te winnen, ze te bewegen terug te gaan naar hun opvanghuis, maar dat viel niet mee zolang het straatleven nog zoveel aantrekkelijks bood.
Ik was er getuige van toen ik in een van de “ starbucks achtige” koffietentjes een veel te dure koffie dronk in een van de comfortabele stoelen. Bij het raam hadden zich twee mannen genesteld met hun frappuchino’s en cheesecake. Ik had met ze te doen, toen een van de straatschoffies aan de andere kant van het raam verscheen, op de ruit tikte en met een bijna beschuldigend gebaar duidelijk maakte dat hij ook wel wat lustte. Met succes, want een van de mannen stond op en kocht een drankje voor hem. Buiten probeerde hij nog te onderhandelen door naar zijn oudere vriend te wijzen die snel te voorschijn kwam toen er wat te halen viel, maar de expat was onvermurwbaar: “ You share” sprak hij streng.
Ik vroeg mij, op veilige afstand, af hoe vaak de jongens dit truckje al uitgehaald hadden. Zelf had ik een paar weken geleden op de markt in Dulag ook zo’n ervaring. Een oudere vrouw, vale sjaal over haar hoofd, kromme rug, klampte me aan en met een hartverscheurende blik maakte ze me duidelijk dat ze honger had. Ik besloot een brood voor haar te kopen bij de bakker een paar honderd meter verderop. Toen ik mijn aankoop had afgerekend, stond ze opeens achter me samen met een man, die er gezond en stevig uit zag. Ze wist heel goed kenbaar te maken dat ze de zoete broodjes bovenin de toonbank wenste. Enigzins verontwaardigd en ook een beetje bedreigd, duwde ik haar het brood in de handen en maakte haar vervolgens duidelijk dat ze maar met de bakkersvrouw moest uitzoeken of die bereid was de aankoop te ruilen. Ik beende snel terug naar mijn collega.
De dienst tijdens die zondagochtend ging trouwens over geven. Er werden drie verkeerde motieven om te geven genoemd: uit schuldgevoel, om een goede sier te maken of omdat je er denkt wat voor terug te krijgen. Geven doe je vanuit een dankbaar hart. Ik heb inmiddels geleerd dat je daarbij ook je gezond verstand mag gebruiken. Of dat punt ook aan de orde kwam, weet ik niet meer. Ik moet eerlijk bekennen dat ik door het ruisen van de regen, de klamme vochtige warmte en een drukke week die achter me lag, zelf ook een beetje slaperig was.
-
02 December 2014 - 06:39
Berna:
Hoi Monica,
Wat een mooi verhaal.
Hoe gaat het met je?
Hoe is trouwens de verhalenwedstrijd afgelopen?
Liefs,
Berna
-
02 December 2014 - 08:05
Monica De Graaf:
Hi Berna, de prijs is naar Kaalo Nederland gegaan. Een heel terechte winnaar. Wij zijn trots op onze nominatie. De verhalen zijn nog terug te lezen op www.kleinegoededoelen.nl Bedankt voor je support! groetjes aan de (ex) collega's
-
02 December 2014 - 12:18
Astrid:
Hoi Monica,
Dank voor je insprierende verhalen. Mooi om te lezen.
Groetjes,
Astrid